In het Brabantse dorp De Moer woont Loefke Biemans samen met haar man René in een charmant jaren ’30-huis met een lap grond van maar liefst 5000 vierkante meter. Wat ooit begon als een verwaarloosde opknapper, groeide uit tot een oase van groen, ruimte en rust — en het kloppend hart van haar creatieve leven.
Tekst Harald Kolkman, Fotografie Henny van Belkom.
Loefke groeide op in Rijen, als kind van buiten. Ze speelde in de natuur, rommelde in de tuin en zat binnen vaak te tekenen of schilderen. De liefde voor alles wat groeit en bloeit kreeg ze van huis uit mee. ‘Mijn opa en oma woonden op een boerderij en met mijn ouders maakten we eindeloze fietstochten of gingen we kamperen. Zo is het zaadje geplant’, aldus Loefke.
Tijdens haar opleiding tot hovenier en tuinontwerpster ontmoette ze René. Ze klusten samen in tuinen in het weekend, verdienden wat bij, en de vonk sloeg over. Niet lang daarna gingen ze samenwonen in een benedenwoning in Den Bosch. Loefke werkte toen al als hovenier, René studeerde nog.
Later begon ze voor zichzelf. Ze ontdekte hoe bijzonder het was om met mensen in gesprek te gaan, hun verhalen en wensen te vertalen naar een tuinontwerp. ‘Iets moois creëren dat écht past bij hoe iemand leeft, dat blijft speciaal.’
Toen René doorgroeide tot eigenaar van een groenaannemersbedrijf, verhuisden ze naar Helvoirt. Daar werd hun zoon Kees geboren. Op weg naar de zaak viel Loefkes oog op een huis in De Moer dat al anderhalf jaar te koop stond. Verouderd, maar met 5000 m² grond. ‘Het stond leeg en was totaal niet van deze tijd, maar ik voelde het meteen: dit heeft potentie.’
Wil jij verder lezen? Dat kan in Brabeau 2-2025. Die koop je hier.