Om het huis valt verrassend veel te ontdekken; de natuur is dichterbij dan we denken. In deze aflevering richten we onze blik op de vlinders. Het zijn vernuftige dieren die hun talenten verpakken in de mooiste kleuren. Behalve prachtig zijn ze ook heel nuttig; ze zorgen voor bestuiving en vormen een voedselbron voor andere dieren. Juist tuin- en balkonbezitters kunnen bijdragen aan hun welzijn.
Tekst: Manon Wigny | Beeld: Shutterstock
Een vlindervrouwtje heeft maar één taak: zoveel mogelijk eitjes leggen. Zo’n 95% daarvan wordt nooit een nieuwe vlinder; onderweg worden de rupsen die uit de eitjes kruipen bijvoorbeeld opgegeten door een vogel. Dat geeft niet, vogels moeten ook eten. Hoe dan ook: stel je bent als rups uit een eitje van de Atalanta gekropen, dan is je missie om een brandnetel te vinden. Want dat is de enige plant die deze rups eet. Laat daarom ergens in een hoek van de tuin een pluk brandnetel staan. Het is een belangrijke waardplant voor verschillende vlinderrupsen. Voor andere vlindersoorten zijn dit bijvoorbeeld judaspenning, pinksterbloem, koolsoorten, klimop, klaversoorten of kaasjeskruid.
Metamorfose
Je eet je buik rond als rups, meestal tussen april en september, en dan bouw je in een soort vervel-sessie een tentje om jezelf heen: de pop. Bungelend onder een blad of liggend in de strooisellaag op de grond (tussen blad en andere plantenresten) vindt dan het grote wonder plaats. De wetenschap is er nog niet precies achter hoe dit in z’n werk gaat, maar het komt erop neer dat uit alle onderdelen van de rups, de vlinder wordt opgebouwd. De pop lijkt levenloos, maar dat is schijn. Soms zie je een teken van leven als je er een zacht tikje tegen geeft. De metamorfose kan een paar weken duren, maar ook een paar maanden, afhankelijk van de soort. De pop barst open en de vlinder kruipt naar buiten, heel kwetsbaar, met natte en opgevouwen vleugels, nog niet in staat om te vliegen. De vleugels worden nu vanuit het lichaam gevuld met een vloeistof waardoor ze hun definitieve vorm krijgen en steviger worden. En dan begint het hele verhaal weer opnieuw. De vlinder gaat op zoek naar voedsel en een partner met als doel: eitjes leggen. Bedenk: er zijn soorten die maar een paar dagen leven, de meeste een paar weken en anderen een paar maanden. Deze laatste soorten overwinteren. Zodra het kouder wordt gaan ze in winterrust, meestal als eitje, rups of pop. (Nóg een reden om de tuin niet op te ruimen voor de winter. Wacht liever tot het voorjaar.)
Vorstvast
Een paar soorten passeren de winter als vlinder: de kleine vos, de dagpauwoog, de gehakkelde aurelia en de citroenvlinder. Ze gaan in winterslaap in een hoekje van de schuur of in een holle boom. Soms wil er een in huis overwinteren. Dit is geen goed idee: door de warmte wordt er veel waardevolle energie verbruikt. Vang de vlinder in een glas en zet hem in de schuur of onder een afdak. Hij vindt daarna zelf de beste plek. De citroenvlinder is uitzonderlijk, die hangt tijdens de koudste maanden gewoon ergens aan een tak en doorstaat vorst, waardoor hij zelfs meer dan een jaar oud kan worden. De atalanta wijkt ook af: die blijft als gevolg van de klimaatverandering steeds vaker hier in de winter en heeft genoeg aan dutjes in plaats van diepe slaap. De overwinteraars zijn de eerste vlinders die we zien in het voorjaar, let maar eens op.
Er zijn vlinders die net als vogels wegtrekken als het kouder wordt, onder meer de atalanta, de distelvlinder, de oranje luzernevlinder, de gele luzernevlinder en de overdag actieve nachtvlinders gamma-uil en kolibrievlinder gaan naar het zuiden. De nakomelingen komen begin mei weer deze kant op vanuit Zuid-Europa. Ze vormen een wonder op zich, deze trekvlinders.
Verder lezen? Dat kan in Brabeau editie 2 2024 en koop je hier.
Wil jij geen enkele editie missen? Abonneer je dan nu op Brabeau!
Wil je op de hoogte blijven van de leukste artikelen? Volg Brabeau op Instagram, Facebook.